SV | Want er zal in eeuwigheid niet meer gedachtenis van een wijze, dan van een dwaas zijn; aangezien hetgeen nu is, in de toekomende dagen altemaal vergeten wordt; en hoe sterft de wijze met den zot? |
WLC | כִּי֩ אֵ֨ין זִכְרֹ֧ון לֶחָכָ֛ם עִֽם־הַכְּסִ֖יל לְעֹולָ֑ם בְּשֶׁכְּבָ֞ר הַיָּמִ֤ים הַבָּאִים֙ הַכֹּ֣ל נִשְׁכָּ֔ח וְאֵ֛יךְ יָמ֥וּת הֶחָכָ֖ם עִֽם־הַכְּסִֽיל׃ |
Trans. | kî ’ên ziḵərwōn leḥāḵām ‘im-hakəsîl lə‘wōlām bəšekəḇār hayyāmîm habā’îm hakōl nišəkāḥ wə’êḵə yāmûṯ heḥāḵām ‘im-hakəsîl: |
Want er zal in eeuwigheid niet meer gedachtenis van een wijze, dan van een dwaas zijn; aangezien hetgeen nu is, in de toekomende dagen altemaal vergeten wordt; en hoe sterft de wijze met den zot?
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Want er zal in eeuwigheid niet meer gedachtenis van een wijze, dan van een dwaas zijn; aangezien hetgeen nu is, in de toekomende dagen altemaal vergeten wordt; en hoe sterft de wijze met den zot?
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!